This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Basisstof 1 De puberteit
Slide 1 - Slide
Wat ga je leren?
Je kunt uitleggen wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en voorbeelden benoemen. ook kun je de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Geslachten
In de biologie kennen we twee geslachten. De man en de vrouw. Mannen en vrouwen verschillen qua uiterlijke kenmerken van elkaar. Dit noemen we geslachtskenmerken.
Slide 4 - Slide
Primaire & secundaire geslachtskenmerken
Primair betekent als eerste. Het zijn dus de eerste kenmerken waaraan je kunt zien of iemand een man of een vrouw is.
Secundair betekent als tweede, het zijn dus kenmerken die pas later ontstaan (in de puberteit).
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Primaire
geslachtskenmerken
Secundaire
geslachtskenmerken
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Video
Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
secundaire geslachtskenmerken
jongen
secundaire geslachtskenmerken
beiden
secundaire geslachtskenmerken
meisje
borsten
groeispurt
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
actiever worden zweetklieren
gezichtsbeharing
Slide 9 - Drag question
primair geslachtskenmerk
secundair geslachtskenmerk
vagina
spieren
heupen
balzak
penis
schaamlippen
Slide 10 - Drag question
geslachtskenmerken die vanaf de geboorte zichtbaar zijn: penis of schaamlippen
Verschillen in kleding en hoe je je gedraagt
Lichamelijke verschillen die zich ontwikkelen tijdens de puberteit
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Tertiaire geslachtskenmerken
Slide 11 - Drag question
Intersekse
Soms is het niet meteen duidelijk of iemand een man of een vrouw is. Je hebt dan bij de geboorte van beide geslachten kenmerken. Ook kan het zijn dat dit pas duidelijk wordt in de puberteit.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Puberteit
In de puberteit verandert je lichaam onder invloed van hormonen. Je krijgt dat secundaire geslachtskenmerken en je wordt vruchtbaar.
Ook ga je een identiteitsontwikkeling door. Je zoekt grenzen op en wil je eigen beslissingen maken. Dit zorgt vaak voor ruzie met je ouders. Het komt gelukkig ook weer goed als de hormonen weer wat minder heftig worden.
Slide 15 - Slide
In de puberteit gebeurt er veel met je. Wat is de puberteit?
A
Periode waarin je naar de middelbare school gaat.
B
Periode waarin je geestelijk en lichamelijk volwassen wordt.
C
Periode waarin je veel vrienden en vriendinnen krijgt.
D
Periode waarin je op kamers gaat wonen.
Slide 16 - Quiz
Wat is een intersekse?
A
Een persoon die geen seksuele voorkeur heeft
B
Een persoon van wie het lichaam zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken vertoont
Slide 17 - Quiz
Wat is intersekse?
A
Iemand die van geslacht is veranderd
B
Iemand die geen seks wilt
C
Een tweeling
D
Iemand met mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken
Slide 18 - Quiz
Puberteit: Meisjes en jongens komen niet tegelijkertijd in de puberteit, wie zijn er eerder?
A
Jongens
B
Meisjes
Slide 19 - Quiz
Wanneer kom je in de puberteit?
Dit verschilt per persoon. De een komt vroeg in de puberteit en de ander pas later. Ook het tempo of de volgorde van kenmerken is verschillend per persoon.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Klaar?
Maak nu in je leerwerkboek opdracht 1, 2, 4, 7 & 10 samenhang.
Blz. 8 t/m 17.
Kijk je antwoorden na en verbeter met een andere kleur pen.